Tijdlijn

Sinds Märklin in 1891 de 'systeem-modelspoorbaan' op de markt bracht, lopen vele innovaties als een rode draad door onze firmageschiedenis. Vele Märklin-innovaties werden een erkende standaard in de gehele modelspoorindustrie en hebben de mogelijkheden van de boeiende hobby aldoor opnieuw uitgebreid. Deze kleine kroniek illustreert de mijlpalen van de Märklin-modelspoorwegen. Wist u dit allemaal?

De fabriek van Märklin aan de Stuttgarter Straße in Göppingen.

Jaartallen

1859 Theodor Wilhelm Märklin begint in Göppingen met de fabrikage van kinderformuisjes.

1891 De zonen van de oprichter presenteren op de Leipziger Voorjaarsbeurs als eerste fabrikant de 'systematische'  modelspoorwegen: een opwindbare locomotief met wagens en een uitbreidbaar railsysteem.

1895 Introductie van de eerste met stoom en elektriciteit aangedreven modelbaan in Spoor 1 (45 mm.)

1900 Inrichting van een monsterkamer die later uitgroeid tot het Märklin Museum. Op basis van de Märklin-bouwgroottes wordt tot internationale normering van de toenmalige spoorwijdten en de schalen 0, I, II en III besloten.

1926 Met het nieuwe 20-voltsysteem worden de tot dusver met gewone huishoudstroom bedreven elektrische modelspoorbanen veilig voor kinderen.

1935 Met de 'halvering' van schaal 0 tot H0 (half nul) breidt Märklin de wereld van de modelspoorwegen uit: de compacte afmetingen staan het toe complete modelbanen als tafelmodelbaan uit te voeren. Bovendien zorgt het middenrailsysteem voor een probleemloze opbouw en een betrouwbaar bedrijf.

1938 De Perfekt-schakeling maakt het mogelijk om op afstand de rijrichting voor het Märklin wisselstroomsysteem om te schakelen, een grote stap in de richting van het realistische modelspoorbedrijf. De eerste volledig functionele bovenleiding breidt het plezier van het rijden met modeltreinen uit met een extra onafhankelijke regelbare stroomkring.

 

1939 Märklin's H0-standaardkoppeling koppelt zacht en garandeert een goed treinverband. Hij wordt door andere fabrikanten overgenomen en wordt later norm NEM 360.

1947 Dankzij een op het voorbeeld lijkend geleed drijfwerk kan de nieuwe Märklin „Krokodil” CCS 800 ook krappe bogen berijden.

1953 De tot dusver op de dwarsliggers liggende middenleider wordt onder het railbed gelegd en alleen de puntcontacten steken nog door de dwarsliggers. Daarmee wordt de rail met de middenleider ook optisch geschikt voor het modelspoor en wordt het synoniem voor het Märklin-systeem.

1956 De standaardkoppeling wordt tot de RELEX-koppeling doorontwikkeld. Die maakt voorontkoppelen via een nieuwe ontkoppelrail mogelijk.

1958 Nog een stap verder gaat de TELEX-koppeling voor rangeerlocomotieven. Die maakt het mogelijk op elke willekeurige plaats op de modelbaan op afstand te ontkoppelen.

1966 De eerste geluidselektronica, een naderhand in te bouwen signaalmelder, beÎindigt het Ñstommeî bestaan van de locomotieven.

1969 Met de kunststof-(K)-rail presenteert Märklin een railsysteem zonder ballastbed. Met flexrails, grote boogstralen en slanke wissels is het geschikt voor professionele modelbaanbouw.

1969 Het nieuwe spoor Märklin 1 luidt een renaissance van de grote spoorwijdte in. Een tot dusver onbekende rijkdom aan details bij Märklin-seriemodellen spreekt ook de veeleisende modelspoorder aan.

1972 Introductie van mini-club, de kleinste in serie gefabriceerde elektrische modeltrein ter wereld in schaal 1:220

1979 Presentatie van het prototype van een elektronisch bestuurde modelbaan in H0.

1982 De tijd van de typische „bokkensprongen” is voorbij. De rijrichting wordt nu door elektronica omgeschakeld.

1984 Märklin Digital katapulteert het modelspoor direct het elektronicatijdperk in. De digitale signaalverwerking, met ontvangerelektronica in elke loc, maakt het onafhankelijke meertreinenbedrijf mogelijk.

1985 De kortkoppeling voltooit het optische beeld door voorbeeldig kort koppelende treincomposities. Daarbij is hij ook nog uitwisselbaar met de standaardkoppelingen.

1988 Een model-highlight is de Zweedse trein in H0. Volgens het voorbeeld met echt hout gebouwd. De opbouw van loc en wagens zijn met houtfineer belegd. Superfijne details bewijzen de hoge stand van de modeltechniek.

1991 De nieuwe digitaal geregelde hoogvermogen-aandrijving maakt het mogelijk om de typische maximale snelheid en het optrek- en afremgedrag van elke loc individueel in te stellen.

1992 Met DELTA brengt Märklin een meertreinensysteem voor kleine tot middelgrote modelbanen - de eenvoudige start in Digital.

1996 Het nieuwe C-railsysteem combineert de bedrijfsmatige voordelen van het middenrailsysteem met kinderlijk eenvoudige klikmontage, een uitmuntend uiterlijk en een modulaire uitbreiding.

1997 Märklin Digital wordt consequent uitgebreid. Seinmodule en schakelbare locfuncties brengen nieuwe functies uit het voorbeeld binnen de bedrijfsafloop op de modelbaan. Met de Maxi-cameraloc brengt Märklin een videosysteem dat de rit vanuit het perspectief van de machinist op het televisiescherm overbrengt. Rijden op zicht, ook in de verst verwijderde hoeken van demodelbaan in huis of tuin, is nu mogelijk. Overname van de fabriek Trix Modelleisenbahn GmbH & Co. KG door de Märklin Holding GmbH.

1998 Een hoogtepunt in de replicaserie is de koets die in samenwerking met Heidi Ott (poppen), Hutschenreuter (porseleinen paarden) en Märklin (koets) ontstaat. Een nieuw concept voor startsets met railuitbreidingssets en een digitale superstartset maakt het begin in de wereld van het modelspoor nog aantrekkelijker.

1999 Märklin viert z'n 140-jarig bestaan en presenteert op de Speelgoedbeurs in Neurenberg de officiële jubileumlocomotief: het model van de stoomlocomotief van de klasse III „Esslingen“ uit 1859 in Spoor 1.

2000 Introductie van de nieuwe C-Sinus motor. Deze motor is onderhoudsvrij, beschikt over een grote trekkracht, verbruikt minder stroom als motoren van oudere generaties. Als officiële Millennium-loc presenteert Märklin op de beurs in Neurenberg een model van de „Krokodil“ in platina en andere edelmetalen.

2001 Met de Amerikaanse stoomlocomotief „Big Boy“ in H0 met een gewicht van 1,2 kilo en een lengte van 46,5 cm. brengt Märklin het grootste model in H0 in z'n geschiedenis uit. Zeven digitale functies, waaronder gesynchroneerde rijgeluiden en verschillende waarschuwingssignalen, zetten de technische standaard van modelspoor in H0.

2002 Ter gelegenheid van het 30 jarige jubileum van spoor Z (de kleinste in sere gefabriceerde modeltrein in schaal 1:220 werd in 1972 op de markt gebracht) worden diverse speciale modellen, waaronder de beroemde 'loc in de gloeilamp' geproduceerd. Een geheel nieuwe ontwikkeling is het TEE treinstel serie Vt 11.5 dat in metaal wordt gemaakt. De replica van de stoomboot „Viktoria“ uit 1920 met een lengte van 89 cm. geeft een indruk van de 'roots' van Märklin als Fabrik feiner Metallspielwaren.

2003/2004 Märklin introduceert de nieuwe generatie lichtseinen en het digitale besturingssysteem van de derde generatie.

  2006 Na meer dan 147 jaar als familie-onderneming te hebben bestaan, besluiten de aandeelhouders tot de verkoop van hun aandelen aan de investeringsmaatschappij Kingsbridge Capital, Inc. in Londen.

  2007 Overname van de firma LGB, de fabrikant van spoor G met de 'G' van "Gartenbahn", dat geschikt is om modeltreinen buiten, in de tuin, te laten rijden.

 

2008 Met de introductie van het nieuwe Central Station brengt Märklin een digitaal besturingsapparaat op de markt dat qua design en functionaliteit niet is te overtreffen. 

 

Foto boven

Bron:Wikipedia.nl

Fabrieksgebouw van de Gebr. Márklin  Cie. GmbH te Göppingen 

Auteur:Tim Dobbelaere

 

Deze pagina is voor het laatst bijgewerkt op 19-09-2017